Samenleven in de woongroep op Vermiljoen:
Verbinding door dialoog
Het is een gewone doordeweekse avond als ik (Virginie Donker, kwaliteitsadviseur) op bezoek mag komen in de woongroep op Vermiljoen te Dronten. De begeleiders Iris en Rafaella staan op de groep en ontvangen mij, meteen krijg ik koffie en een stoel aangeboden. De televisie staat aan en een paar bewoners zitten erbij. Eén bewoner stofzuigt de keuken en houdt dan een andere bewoner tegen die de keuken in wil – het is te gevaarlijk want hij zou zo maar kunnen struikelen over het snoer. Zorgvuldig stopt hij met zuigen, rolt het snoer netjes op en laat de andere bewoner – die geduldig bleef wachten - zijn gang gaan. Ik denk bij mijzelf: hier zorgen de bewoners voor elkaar!
“Ik denk bij mijzelf: hier zorgen de bewoners voor elkaar!”
Silvia komt nu ook naar de woonkamer en ze aarzelt als ik mijn hand uitsteek om mezelf voor te stellen, maar ze neemt 'm toch aan. Dat doet ze normaal niet bij iedereen, hoor ik later.
Wij gaan naar haar kamer. Een leuk ingerichte woonplek. Er hangen mooie ‘diamond paintings’ aan de wand. Een kleurrijk, vrolijke aanblik. Op de tafel ligt de volgende al klaar waaraan wordt gewerkt en ik vertel haar dat het mij doet denken aan mijn eigen hobby die ik in de corona periode ter hand had genomen, ‘painting by numbers’. Silvia legt mij uit dat dit leuker is en laat zien hoe het precies werkt.
Silvia werkt overdag op ‘de Zeskamp’. Zij woonde eerst ‘boven’ maar ze had het gevoel dat het niet klikte en dat daar niet naar haar werd geluisterd. Rafaella legt uit dat ze daar werd overvraagd en daarom nu op deze woongroep leeft, dat het qua groep beter bij Silvia aansluit. De nabijheid van Rafaella is erg belangrijk, daar haalt ze een gevoel van veiligheid uit.
“Hier wordt wel goed naar mij geluisterd”
“Silvia waardeert de aandacht: 'Ik word gehoord en ondersteund in alles van bezoekjes tot vakantieplannen.' Rafaella verduidelijkt dat ze via gerichte gesprekken het belang van Silvia's sociaal netwerk ondersteunt. 'Niet alle cliënten kunnen hun wensen zo duidelijk uiten', voegt ze toe.”
De rust op de woongroep is goed voor haar.
“Hier wordt wel goed naar mij geluisterd”, vult Silvia aan. “De begeleiding helpt mij met wat ik wil. Nu helpen zij mij bijvoorbeeld om op bezoek te gaan naar een vriendin. Of met mijn vakantie naar Texel voor te bereiden. Maar ook als ik naar de kapper wil of mijn haar wil verven. Ik kan alles aan de begeleiders vragen. Wat ik zelf kan doen, doe ik, maar soms vraag ik toch of de begeleiding mee kan”.
Rafaella legt uit dat ze de Dit Vind Ik Ervan! gesprekken voert en invult met haar en zo duidelijk in beeld heeft dat het hebben van een sociaal netwerk voor Silvia heel belangrijk is. Ze helpt dan bijvoorbeeld met het regelen dat haar broer op bezoek komt. Het is niet met alle cliënten mogelijk om zo’n verdiepend gesprek te voeren, omdat sommigen meer in zichzelf gekeerd zijn of zich niet goed kunnen uitdrukken. Silvia kan goed communiceren en aangeven wat zij wil.
Ik vraag aan haar wat zij hier het leukst vindt? Dat is een moeilijke vraag en daar moet ze lang over nadenken. Maar Rafaella vat het heel goed voor haar samen: dit is een groep die veel om elkaar geeft. Lief en leed wordt hier samen gedeeld. Het team is qua samenstelling stabiel. De rust op de woongroep is goed voor haar. “Ja”, zegt Silvia duidelijk instemmend, “zo is het precies”. En dan staan we op – want Silvia gaat nu zelf haar was opvouwen.